De Spiegel- en Blijkpolderplas
De Spiegel- en Blijkpolderplas is erg geliefd bij recreanten vanwege de grote diepte en het heldere water. Deze diepte is ontstaan doordat hier in de jaren ’30 zand gewonnen is voor de aanleg van delen van Amsterdam. Nu is het een eldorado voor duikers en zwemmers.
Spiegel- en Blijkpolderplas
Vóórdat het recreatiegebied werd, was de plas een ontveende polder met mooie natuur maar weinig opbrengst. Plannen om de polder droog te leggen, voor landbouwgrond, leden in de jaren ’30 van de vorige eeuw schipbreuk. Maar onder die polder lag tot op grote diepte heel veel zand, daar afgezet tijdens de verschillende ijstijden. En het nabijgelegen Amsterdam had veel zand nodig om zich te kunnen uitbreiden. In de crisisjaren leek zandwinning een goede oplossing: het bood werkgelegenheid, de stad kon groeien en in plaats van een onrendabele veenplas zou er een ruime, heldere plas met recreatiedoeleinden ontstaan! Gemeente en provincie werden het eens en in 1936 kon de Amsterdamse Ballast Maatschappij beginnen met het zuigen van zand. Dat werd met schepen via een sluis bij de Goog naar de Vecht en dan bij Nigtevecht over het Amsterdam-Rijnkanaal vervoerd naar Amsterdam voor het bouwrijp maken van Overtoomseveld, Osdorp en Slotervaart. Aanvankelijk mocht ‘maar’ tot 20 m worden gewonnen, maar voor de bouw van de Bijlmer – jaren ’60 – en later Maarssenbroek – jaren ’70 - was zo veel zand nodig, dat tot 50 meter mocht worden gegraven.