Droogmakerijen
In het Vechtgebied liggen drie droogmakerijen: de Horstermeer, de Bethunepolder en de Polder Groot Mijdrecht. Alle drie de droogmakerijen hebben enorme last van kwel. Uit de ondergrond stroomt veel grondwater naar de diepliggende droogmakerijen. Deze grondwaterstroom maakt het moeilijk deze polders droog te houden. De grondwaterstroom heeft ook gevolgen voor de omliggende gebieden. Na de droogmaking van de polders in de 19e eeuw veranderden de grondwaterstromen in de richting van de diepliggende droogmakerijen. De inpoldering van de Horstermeer en de Bethunepolder hadden grote invloed op de gebieden van Kortenhoef en Loosdrecht. Het schone grondwater stroomde naar de diepe polders en de gebieden van Kortenhoef en Loosdrecht moesten vuil oppervlaktewater gaan gebruiken om het waterniveau op peil te houden.
moeizaam
In het Vechtgebied liggen drie droogmakerijen. De Horstermeer, de Bethunepolder en de Polder Groot Mijdrecht. Alle drie droogmakerijen hebben enorme last van kwel. Uit de ondergrond stroomt veel grondwater naar de diepliggende droogmakerijen. Deze grondwaterstroom maakt het moeilijk deze polders droog te houden. De grondwaterstroom heeft ook gevolgen voor de omliggende gebieden. Na de droogmaking van de polders in de negentiende eeuw veranderden de grondwaterstromen in de richting van de diepliggende droogmakerijen. De inpoldering van de Horstermeer en de Bethunepolder hadden grote invloed op de gebieden van Kortenhoef en Loosdrecht. Het schone grondwater stroomde naar de diepe polders en de gebieden van Kortenhoef en Loosdrecht moesten vuil oppervlaktewater gaan gebruiken om het waterniveau op peil te houden.
Het landschap van de droogmakerijen
In de negentiende eeuw werden de Horstermeer, de Noorder- en Zuiderplas (Polder Groot Mijdrecht) en het verveningsgebied achter Maarssen (de Bethunepolder) ingepolderd. In alle gevallen kreeg men te maken met toestromend grondwater uit de omgeving (kwel) (zie ook: water wordt land). De polders bezitten nog alle kenmerken van de cultuurhistorie uit die tijd. Lange strakke, haaks op elkaar staande wegen met een hoofdvaart of een dwarstocht ernaast. In sommige droogmakerijen zijn de wegen omzoomd door lange rijen populieren of essen, andere droogmakerijen zijn veel opener.
Om het kwelwater zo goed mogelijk op te verwerken liggen de sloten relatief dicht bij elkaar en ontstaan smalle percelen. In de droogmakerijen van de westelijke Vechtstreek liggen de boerderijen verspreid aan de polderwegen, in de Horstermeer liggen ze geconcentreerd aan de Middenweg, waardoor de Middenweg het karakter krijgt van een lintdorp.
Polder Groot Mijdrecht
In de loop van de negentiende eeuw zijn de plassen van het Ronde Venen stuk voor stuk ingepolderd. De Polder Groot Mijdrecht was hierbij de laatste (zie ook: water wordt land). Het oostelijke deel van de bodem bestaat uit veengrond, het westelijke deel uit kleigrond (zie ook Ontstaan vechtlandschap). De dijken zijn voor een aanzienlijk deel gebouwd met de resten veen dat niet geschikt was voor de turfproductie. De openheid van de polder wordt onderbroken door de smalle lijn van het hoger gelegen dorp Waverveen.
De polder Groot Mijdrecht is een van de diepste polders van Nederland en ligt op 5,9 m onder NAP. Vanaf de dijken heeft men een prachtig uitzicht over de gehele polder. De diepte van de polder maakt dat de kwel uit het omliggende gebied nauwelijks te beheersen is. Door in de oostelijke helft het waterpeil te verhogen wordt getracht de kwelstroom te beperken. In het gebied met een hoger peil, tegen de Botshol is een natuurgebied met veel rietvelden in ontwikkeling. Het oudste deel hiervan , Waverhoek, is al jaren geleden klaar gekomen. Een gebied van rietvelden met in het midden een ondiepe plas. In het voorjaar zoeken de kluten en bontbekplevieren hier een broedplaats. Tegen de rietzone vinden de lepelaars die in de Botshol broeden een rustlaats.
Meer naar het westen is het voornamelijk een gebied met melkveehouderijen .De diepe ligging en de samenstelling van de bodem en de dijken veroorzaakt in deze polder een nauwelijks te beheersen kwel. Het water wordt door het gemaal De Voogt in de Kromme Waver gepompt. Het gemaal heeft de enorme capaciteit van 300 m3 per minuut. De ondergrond van het westelijke deel van de polder bestaat uit een oude zeeafzetting en bevat nogal wat zout. Het water dat wordt uitgeslagen op de Oude Waver is daardoor zwak brak. Het water is daardoor niet geschikt is voor de tuinbouw.
De Hoofdvaart vriest 's winters niet dicht. Bij koud weer verblijven er veel soorten eenden. Vroeg in het voorjaar vangt de aalscholver die in de Botshol broedt er zijn vis.
Door de diepe ligging van de polder overwinteren er ook op de weilanden veel vogels. Op de weilanden foerageren de kolganzen en de smienten die hier overwintere. Kleine steltlopers, zoals de oeverlopers vinden hier in de sloten open water.
resten van vroeger
In en bij de polder ligen twee forten van de Stelling van Amsterdam. De woningen die in de verboden zone van het fort bij Nessersluis liggen zij nog altijd in gebruik. De woningen zijn van hout gebouwd om snel te kunnen afbreken bij de nadering van de vijand. Bij de botshol ligt een lager fort dat alleen it een aarden wal bestaat.
Bij de droogmaking werden door de eeerste bewoners stolpboerderijen gebouwd. De meeste verdwenen, een enkele herinnert nog aan de tijd van de droogmakerij ( zie ook: water wordt land).
verstedeling
Vanaf vijftiger jaren hebben de gemeenten Mijdrecht, Wilnis en Vinkeveen in het zuidelijke deel van de polder nieuwbouwwijken en een bedrijventerrein ontwikkeld. Deze nieuwbouw heeft weinig relatie met het oorspronkelijke landschap.
De Horstermeer
In de Horstermeer liggen de meeste bedrijven aan de Middenweg, waardoor dit het karakter krijgt van een lintdorp. Het gebied is erg open en bevat weinig opgaande bomen. Het zuidelijke deel van de polder is na 1950 door de agrariërs verlaten. Natuurmonumenten ontwikkelt hier nu een natuurgebied met uitgebreide rietvelden dat aansluit aan de Kortenhoefse Plassen. Op een rustige dag is geen uitzondering om hier reeën te zien. Aan dit gebied grenst het NERA-gebouw, van waaruit tot in de vijftiger jaren de radiocommunicatie met de koloniën plaatsvond. (zie ook: water wordt land). Dit deel van de polder is te bereiken via de Radioweg. Door de diepe ligging stroomt er veel kwelwater uit de omgeving naar de polder. Om het kwelwater op te vangen liggen de parallel lopende sloten dicht bij elkaar, waardoor de percelen smal zijn. Het water uit de Horstermeer wordt via een gemaal bij Nederhorst den Berg uitgeslagen op de Vecht.
De Horstermeer, drooggemaakt in 1882, is een agrarisch gebied met veel tuinbouw. Een deel van de polder heeft een kleibodem De rest van de polder heeft een veenbodem. Vanaf het moment van de droogmaking is een grondwaterstroom via de ondergrond van zand op gang gekomen ( zie ook: ontstaan ven de vechtlandschap). Hiermee kwam een einde aan de aanvoer van schoon grondwater vanuit de Utrechtse Heuvelrug naar de Kortenhoefse Plassen. Deze plassen waren vanaf dat moment afhankelijk van het voedselrijke water uit het Hilversums kanaal (zie ook: moerassen). In de ondergrond van de Horstermeer is nogal wat zout aanwezig. Het water dat bij Nederhorst den Berg wordt uitgeslagen op de Vecht is daardoor zwak brak. Door dit water via de Vecht te lozen op het Amsterdam-Rijnkanaal bij Nigtevecht wordt voorkomen dat ook andere delen van de Vecht brak water ontvangen (zie ook: waterhuishouding 1700-heden).
De Bethune Polder
De Bethunepolder ten oosten van Maarssen, is een oud verveningsgebied dat in 1885 op initiatief van Barordon de Bethune werd drooggemalen (zie ook: water wordt land). Het gebied ligt 2,75 m onder het omliggende landschap. Het landschap is eerst door de inklink en daarna door de vervening in totaal meer dan 5 meter gezakt. In de polder is een veenzuil geplaatst waarvan de hoogte het niveau van het originele landschap aangeeft. Verder is met behulp van emblemen aangegeven welke procesen hebben geleid tot deze daling. Door de diepe ligging kwam een flinke grondwaterstroom op gang. Het water is afkomstig van de Utrechtse Heuvelrug en stroomt via de zandbodem naar de polder. Door de enorme kwel was het niet mogelijk er een rendabel agrarisch bedrijf te handhaven. Per jaar stroomt er ondergronds 34 miljoen m3 water de polder in. Het water is grotendeels afkomstig van de Utrechtse Heuvelrug en is van uitstekende kwaliteit. De rentabiliteit van de polder verbeterde toen de gemeente Amsterdam besloot het uitstekende water te gaan gebruiken voor de drinkwatervoorziening van een deel an Amsterdam. Van dit kwalitatief goede water wordt 25 miljoen M3 per jaar gebruikt voor de productie van drinkwater voor 220.000 bewoners van Amsterdam.
Door het gebruik van het water als drinkwater veranderde de inrichting van de polder. Een deel bleef bestemd voor het agrarisch geruik een deel werd omgevormd tot natuurgebied. De natuurwaarde van het gebied heeft zich snel ontwikkeld. het is een belangrijk foerageergebied voor purperreigers en voor verschillende soorten ganzen die er in de winter verblijven.