Toegankelijkheid

Skip to main content
Moerasgebied bij Botshol

Over de moerassen

De moerassen zijn een combinatie van water, rietvelden, hooilanden en moerasbossen. In de meeste moerassen speelt het open water met zijn waterlelies een belangrijke rol. Het open water is omgeven door uitgestrekte rietvelden. De moerasbossen en het opgaande riet geven het landschap een grote beslotenheid. Hier en daar liggen nog bloemrijke weilanden die door de beheerder gemaaid worden.

Moerassen

De beslotenheid en de afwisseling maken het roeien in de plassen en sloten van het moerasgebied tot een aparte belevenis. Het gebied van de Kortenhoefse plassen kan vrij bevaren worden. De Botshol is na de broedtijd vrij om te roeien. Op het Naardermeer en de Ankeveense Plassen worden vaarexcursies onder leiding van één van de terreinbeheerders georganiseerd. Door dit afwisselende landschap van de moerassen lopen ook een aantal wandelpaden. Bij Ankeveen het Ankeveense pad en het Bergse pad, bij Kortenhoef heet Korremofpad, bij de Botshol de Ruige kade, bij de Westbroekse zodden het Bert Bospad.                                 

Ligging

De meeste moerassen liggen in een zone die van noord naar zuid loopt aan de oostzijde van de Vechtstreek. Het begint bij het Naardermeer met iets meer naar het zuiden de moerassen en plassen bij Ankeveen en Kortenhoef, dit zijn resten van de vervening.  Ten zuiden van de Loosdrechtse Plassen liggen de moerassen bij Tienhoven, Westbroek en Maarsseveen, ook resten van de vervening. In de westelijke Vechtstreek is alleen de Botshol een uitgestrekt moerasgebied. Bij de inpoldering van de polder Groote Mijdrecht werd besloten de Botshol hier buiten te laten. Hier ontwikkelde zich een belangrijk moerasgebied. Langs de Vinkeveense Plassen liggen geen moerassen (zie ook Ontstaan). Door hun variatie bezitten de moerassen grote natuurlijke waarden. Ze vormen een brede zone die de overgang vormt van het open water naar de veenweiden en de hogere zandgronden. Grote delen worden beheerd door Natuurmonumenten of door Staatsbosbeheer (zie ook: Plassen en meren).

Herkomst

Het Naardermeer was een natuurlijk meer dat het kwelwater uit 't Gooi opving (zie ook Ontstaan). In de loop van de geschiedenis is tweemaal geprobeerd dit gebied droog te malen. Beide malen was het resultaat teleurstellend (zie ook: Water wordt land) De structuren van deze activiteiten zijn nog zichtbaar in het landschap. Het Naardermeer is van grote botanische waarde en heeft een rijk vogelleven. Bekend zijn de kolonies van de purperreiger en de aalscholver. In 1902 werd Het Naardermeer het eerste natuurmonument van Nederland.

De andere moerassen van de Vechtstreek zijn geen van alle de resten van de oorspronkelijke moerassen die hier tot het jaar 1000 hebben gelegen. Deze moerassen zijn allemaal in de periode tussen 1000 en 1400 ontgonnen en omgezet in agrarisch land (zie ook: De Grote Ontginning). De huidige moerassen zijn de overblijfselen van de vervening uit de periode 1400-1800. Na het vervenen bleef een landschap achter met petgaten en legakkers (zie ook: Vervening).  De luw gelegen petgaten gaan verlanden.  Worden de legakkers door de vorst beschadigd en door de wind weggeslagen, dan ontstaat een open plassengebied. Alle hier genoemde moerassen zijn een combinatie van plassen, rietlanden en moerasbossen.

Verlanding
De moerassen van de Vechtstreek zijn een stadium in de ontwikkeling van water naar land. Op de in het water opgehoopte resten van de waterplanten ontwikkelen zich moerasplanten, zoals riet. Het riet vormt een krachtig wortelstelsel waarop zich andere planten kunnen vestigen. Dit moeras golft bij het betreden en wordt daarom trilveen genoemd. Eeuwenlang werd het riet in de winter gemaaid en onder andere gebruikt als dakbedekking. Gebeurde dit niet dan hoogde het moeras zich op en ontstond er schraal hooiland.  Het schrale hooiland werd éénmaal per jaar gemaaid. Wordt de ontwikkeling niet verstoord door het maaien dan eindigt het moeras in een moerasbos met elzen, wilgen en hier en daar een eik. De rietvelden en de hooilanden zijn voorbeelden van half-natuurlijke landschappen waarin het water, de natuur en de mens het beeld bepalen. Verlandingen komen in de Vechtstreek nog maar weinig voor. In het moerasgebied te oosten van Tienhoven wordt getracht de verlanding opnieuw te laten beginnen. In het gebied zijn trekgaten gebaggerd in de hoop dat hier een verlanding zal starten met de daarbij behorende specifieke soorten.

Planten
Door de grote milieuvariaties hebben de moerassen een grote botanische rijkdom.  De randen langs de sloten en plasjes hebben 's zomers een rijke begroeiing met leverkruid, valeriaan en kattenstaart. Het watermunt geeft de omgeving zijn eigen geur. De hooilanden zijn in de voorzomer geel van de ratelaar. Hier en daar steekt de kale jonker er bovenuit. Bij een goed beheer vinden we hier in de loop van de zomer verschillende orchideeën, zoals de rietorchis, de wespenorchis en de welriekende nachtorchis. De nattere moerassen herbergen een bijzondere plant de zonnedauw. Insecten blijven kleven op de blaadjes en verteren. De mineralen die door de plant worden opgenomen zijn belangrijk als voedsel voor de plant.

In de moerasbossen vinden we klimplanten als kamperfoelie en hop, op de bodem verschillende varensoorten. De rietlanden die regelmatig gemaaid worden zijn arm aan soorten, maar in de meer verruigde delen slingert de haagwinde door het riet en komen in de loop van de zomer soorten als gele lis, leverkruid

Vogels
Ook de vogels zijn zeer goed vertegenwoordigd in de moerassen. De moerasbossen zijn rijk aan zangvogels, uilen en roofvogels. Een smalle rietstrook is al voldoende voor de kleine karekiet. De rietzanger, de snor en de sprinkhaanrietzanger vragen een groter areaal met riet. De grote karekiet komt weinig voor. Het is een kieskeurige broedvogel. Hij broedt alleen in stevig waterriet.

In de rietvelden broedt de bruine kiekendief en als we geluk hebben komen we daar ook de roerdomp tegen (zie ook: Plassen en meren). Lepelaars broedden vroeger in het Naardermeer, maar zijn daar twintig jaar geleden verdwenen. Nu ontstaan in verschillende moerasgebieden in het land kleine kolonies van lepelaars, onder andere in de Botshol. Hier bevindt zich nu een kolonie van ongeveer 25 nesten. Door deze veranderingen is het aantal lepelaars nu vele malen groter als in de tijd van het Naardermeer.

Vind de boeiende verhalen en gebeurtenissen van de Vechtstreek

Het verhaal van de Vechtstreek vanuit het landschap beleven? Kies dan voor de filter 'landschap'. Bent u meer geinteresseerd in het ingrijpen van de mens in dat landschap, kies dan voor de ingang ‘Historie’. Kies vervolgens een pin (locatie) op de interactieve kaart om het verhaal van deze plek te bekijken.
Zoek op Radius:
Toon Mijn Locatie