ontstaan vechtlandschapeerste bewoningagrarisch bedrijf 1000-1500grote ontginningmachtsstrijd utrecht-hollandkasteleneconomie 1350-1575waterhuishoudingverveningagrarisch bedrijf 1500-1660economie 1575-1850droogmakerijenbuitenplaatsenagrarisch bedrijf 1660-1760agrarisch bedrijf 1760-1870industrialisatieagrarisch bedrijf 1870-1940agrarisch bedrijf 1945-hedencultuur & recreatiewaterhuishouding
inleiding
Historie van de Vechtstreek
Klik op de tijdperken in de tijdlijn hierboven voor meer informatie.

Het unieke van de Vechtstreek is dat de sporen die de mens in de achterliggende 1000 jaar heeft achtergelaten nog zo goed herkenbaar zijn. De historie is af te lezen aan bijvoorbeeld de buitenplaatsen, parken, fabrieken, sloten, molens of polders. Zij vertellen over het menselijk ingrijpen in het landschap, vanaf het ontstaan ervan tot en met de dag van vandaag. 

Hoewel de Romeinen en later ook de Vikingen de Vecht gebruikten en de rivier in de vroege middeleeuwen een belangrijke handelsroute was tussen de Oostzeelanden en het Rijnland, bleef eerste bewoning beperkt tot de
oeverwal
oeverwal; De eerste strook grond langs de rivier die hoger ligt dan de omgeving. De oeverwal bestaat uit zand en klei en is daar neergelegd door de rivier in de periode dat deze een tak van de Rijn vormde.
en een paar hoger gelegen plekken in het zompige veenmoeras waaruit de Vechtstreek bestond. Daarin kwam pas verandering nadat in 953 Bisschop Balderik de wereldlijke macht kreeg over het stroomgebied van de Vecht. Nieuwe landbouwgronden, nodig om de groeiende bevolking te voeden, werden gevonden in de ontoegankelijke veenmoerassen die de natuurlijke grens vormden tussen het Graafschap Holland het gebied van de bisschop van Utrecht – het Sticht. Zo ontstond hier het altijd zo belangrijk gebleven agrarisch bedrijf.

Bewoning en agrarisch bedrijf werden dus pas mogelijk nadat het drasssige land ontwaterd werd tijdens de Grote ontginning, toen ontwateringssloten dwars op de rivier werden gegraven zodat het land bruikbaar werd. Op luchtfoto's zijn deze sloten nog goed te zien.
Ontginning leidde tot
inklink
inklink; Het veen dat door ontwatering van het landschap boven het grondwater komt te liggen verteert. Hierdoor zakt het landschap, dit noemt men inklink. De inklink kan meer dan 2 cm per jaar bedragen.
en omkering van het land. Het kwam lager dan de rivier te liggen. Waterstaatkundige maatregelen
waterhuishouding-  werden nodig om te voorkomen dat het land onder water liep. De rivier de Vecht werd boezemwater.


Na een stevige machtsstrijd tussen de graven van Holland en de Utrechtse bisschop –de kastelen langs de Vecht herinneren hier nog aan- waren de grenzen  tussen het Sticht en Holland 1350 vastgelegd. Inmiddels was het land ook ontgonnen. Door vernatting en turfwinning ging echter steeds meer akkerland verloren en werd overgeschakeld op veeteelt.


Dit leidde niet tot ontvolking maar stimuleerde de ontwikkeling van andere economische activiteiten en industrieën, zoals visserij, jacht, kaasmakerij, brouwerijen, touwslagerijen, steen- en pannenbakkerijen en transport. 

Het met moeite ontgonnen land werd vanaf de 16de eeuw grootschalig afgegraven voor het winnen van turf. Door deze

vervening
petgat; min of meer smalle strook water waar in de 16de tot 19de eeuw het veen is weggebaggerd voor de turf productie. Petgaten zijn meestal niet dieper dan 2 m.
ontstonden grote gebieden met legakkers en petgaten, die op termijn open plassen werden. In de hoop vruchtbaar land weer terug te krijgen en om de dreiging van het water tegen te gaan, zijn in de 19de eeuw diverse plassen ingepolderd, zogenaamde droogmakerijen.

Toen bij de Opstand in 1578 calvinistische kooplieden in Amsterdam de macht overnamen, was de helft van de plattelandsbevolking actief buiten de agrarische sector. Zij speelden in de daaropvolgende Gouden Eeuw een belangrijke rol in de explosieve groei van Amsterdam, waarbij de stad vervijfvoudigde en de bevolking toenam van minder dan 30.000 tot rond 200.000 inwoners. De kooplieden-patriciërs belegden hun winsten o.a. in boerderijen, goed bereikbaar vanuit de stad, langs rivieren als Vecht, Angstel en Gein en de zandafgraverij bij ‘s-Graveland. Om de enorme stank van de Amsterdamse grachten te ontvluchten, verbleven zij de zomermaanden ‘buiten’. Aanvankelijk in de ‘herenkamer’ van hun boerderij;

later lieten zij naar Venetiaans voorbeeld in Hollands

classicistische stijl hun buitenplaatsen bouwen, die tot de dag van vandaag herinneren aan de Gouden Eeuw. Vaak werd bij de buitenplaats een fabriek gesticht. Zo vormden deze een belangrijk onderdeel in de industrialisatie in de Vechtstreek.



Onderbroken door het Rampjaar (1672), waarin veel schade werd aangericht aan dorpen, kastelen en buitens, hield deze bloeiperiode aan tot rond 1750. Daarna zette verval in, vaak uitmondend in sloop. Van de meer dan 200 buitens bestond rond 1975 minder dan de helft. Dan zet herstel in, de buitens worden weer opgeknapt en particulier bewoond. 

Door toenemende welvaart en vrije tijd en de vele mogelijkheden die de Vechtstreek en de nabijgelegen plassengebieden bieden op landschappelijk en cultureel gebied, nam ook recreatie steeds meer toe. De streek heeft dan ook niet voor niets de bijnaam: het buiten van de Randstad. 
 

      

Historie
geen uitgebreide tekst voor dit onderwerp
  • geen literatuur voor dit onderwerp
kaart
Ontstaan Vechtlandschap
Eerste bewoning
Agrarisch bedrijf 1000-1500
Grote ontginning
Machtsstrijd Utrecht-Holland
Kastelen
Economie 1350-1575
Waterhuishouding
Vervening
Agrarisch bedrijf 1500-1660
Economie 1575-1850
Droogmakerijen
Buitenplaatsen
Agrarisch bedrijf 1660-1760
Agrarisch bedrijf 1760-1870
Industrialisatie
Agrarisch bedrijf 1870-1940
Agrarisch bedrijf 1945-heden
Cultuur & recreatie
Waterhuishouding
verander wachtwoord - log uit
COOKIES
Deze website maakt gebruik van Cookies. - Wilt U Cookies toestaan?