- Forten op strategische plekken langs wegen en bij sluizen - Inundatiesluizen om achterliggende weilanden te inunderen - Groepsschuilplaatsen (bunkers) liggen verspreid in de weilanden - Houten huizen herinneren aan de Kringenwet |
De Vecht vormt voor een groot deel de ruggengraat van de Hollandse waterlinie. Forten, inundatiesluisjes en groepsschuilplaatsen zijn elementen in het landschap die hier nog steeds aan herinneren, zoals de forten Nieuwerluis, Tienhoven, Maarsseveen of Nigtevecht en de vele bunkers in de weilanden ten oosten van de rivier.
Wat is de Waterlinie?
De Waterlinie was een defensiesysteem waarbij grote delen land onder water werden gezet. Kniehoog: niet diep genoeg om als vaarwater te gebruiken, te diep om met paarden of kanonnen door te trekken en diep genoeg om greppels en sloten te verbergen. De linie was enkele kilometers breed, zodat de vijand er niet overheen kon schieten. Kwetsbare plekken, zoals de hoger liggende dijken of sluizen, werden verdedigd door de aanleg van verdedigingswerken als batterijen, schansen of forten van waaruit de doorgang afgegrendeld kon worden. Zo kon met relatief weinig mankracht een groot gebied verdedigd worden.
Inundatie is alleen mogelijk wanneer het land lager ligt dan het water in de rivieren en kanalen. Dit was het geval bij de Vecht: door de ontginning in de veenmoerassen ter weerszijde van de Vecht was het maaiveld met 3 tot 6 m. gedaald. Dichter bij de rivier was het grondniveau gedaald door afticheling van klei voor de steen- en panovens. Deze onnatuurlijke situatie: de omkering van het landschap, ontstond dus door menselijk ingrijpen.
Hollandse Waterlinie
Bij het ontzet van Alkmaar (1573) en van Leiden (1574) bleek het onder water zetten van land zo effectief, dat prins Maurits in 1589 van de Staten van Utrecht en Holland de opdracht kreeg een samenhangende waterlinie te ontwikkelen voor de verdediging van de jonge Republiek. Deze moest lopen van Muiden over Weesp, Hinderdam, Abcoude richting Woerdense Verlaat.
De Oude Hollandse Waterlinie
De Oude Hollandse Waterlinie werd in het Rampjaar 1672/73 met succes ingezet tegen de Franse troepen. Maar de schade die in de Vechtstreek bij hun terugtrekking uit frustratie werd aangericht was enorm. Veel dorpen, kastelen en buitenplaatsen moesten het ontgelden. Inundatie bracht ook veel schade toe aan de landbouw.
Nieuwe Hollandse Waterlinie
Tussen 1815 en1940 is een nieuwe linie aangelegd, met de Vecht als ruggengraat en westelijke begrenzing, zodat ook Utrecht daar binnen viel. Deze is twee maal gemobiliseerd (1870 en 1940), maar heeft nooit serieus dienst gedaan. Aan het eind van de oorlog is o.a. de Horstermeerpolder door de Duitsers onder water gezet.
Stelling van Amsterdam
In 1874 werd besloten tot de aanleg van een extra beveiliging van de hoofdstad. In een kring van 15 tot 20 km werden tussen 1880 en 1920 45 forten aangelegd.
Tussen Muiden en Nieuwersluis valt het tracé van de Stelling samen met dat van de beide andere linies.
Het geheim van de Waterlinie
De Waterlinie was er wel, maar je mocht hem niet zien - zolang hij niet werd gebruikt. Behalve forten en bunkers is er ook vandaag niet veel van te zien.
Rond forten mochten binnen een straal van 300 m – de Verboden Kring - alleen houten huizen staan, die in geval van nood konden worden verbrand. Het open landschap danken we voor een deel eraan dat het schootsveld vrij moest blijven.
Toekomst
De NHW is één van de 20 Nationale Landschappen enis aangewezen als rijksmonument en Unesco Wereldergoed. Dat beschermt de bouwwerken in de linie en maakt het mogelijk landschappen, kanalen en dijken als waardevolle elementen van het cultuurlandschap te behouden en te integreren in een landschappelijk-recreatieve structuur
TIP: De Waterlinieroute op www.Zichtopdevechtstreek.nl voert langs alle sporen van de waterlinie die nu nog in het landschap te herkennen zijn. Klik hier om de route te downloaden of gebruik de site onderweg op uw smartphone. Voor activititeiten op forten klik hier. |