inleiding
Droogmakerij
-  Rechte, haaks op elkaar staande wegen langs een vaart of een tocht
-  De polders liggen diep in het landschap
-  Vele polders hebben last van ernstige kwel
-  Verspreid liggende boerderijen, soms een lintdorp
-  Natuurontwikkeling

Het landschap van de droogmakerijen.
Droogmakerijen zijn polders ontstaan door het droogmaken van een plas of een meer. Alle droogmakerijen zijn ontstaan in de negentiende eeuw en bezitten nog alle kenmerken van de cultuurhistorie uit die tijd. Lange strakke, haaks op elkaar staande wegen met een hoofdvaart of een dwarstocht ernaast. In sommige droogmakerijen zijn de wegen omzoomd door lange rijen populieren of essen, ander droogmakerijen zijn veel opener. De droogmakerijen liggen lager dan de rest van het landschap en ontvangen daarvoor veel kwelwater.Om het kwelwater zo goed mogelijk op te vangen liggen de sloten relatief dicht bij elkaar en ontstaan smalle percelen. In de droogmakerijen van de westelijke Vechtstreek liggen de boerderijen verspreid aan de polderwegen, in de Horstermeer liggen ze geconcentreerd aan de Middenweg, waardoor de Middenweg het karakter krijgt van een lintdorp. 

Drooggemaakte veenplassen van de westelijke Vechtstreek.
De meeste droogmakerijen liggen aan de westzijde van de Vecht in het centrum  van de Ronde Venen bij Mijdrecht, Waverveen en Vinkeveen. Dit zijn allemaal ingepolderde plassen die ontstaan zijn door de
vervening
petgat; min of meer smalle strook water waar in de 16de tot 19de eeuw het veen is weggebaggerd voor de turf productie. Petgaten zijn meestal niet dieper dan 2 m.
.
   De drie droogmakerijen aan de westkant van de Ronde Venen worden de Eerste -, Tweede - en Derde Bedijking genoemd. Ze hebben een zeer open landschap, er staan geen bomen langs de wegen alleen de verspreid liggen de boerderijen zijn omgeven door een erfbeplanting. In de verte zijn de kerktorens van de omliggende dorpen te zien. De ondergrond bestaat uit klei waardoor de kwel niet erg groot is en de diep liggende sloten verder uit elkaar liggen.
    Van de polder Groot Mijdrecht, in het centrum van de Ronde Venen, ligt het oostelijke deel op veengrond. Ook de dijken zijn voor een aanzienlijk deel uit veen opgebouwd. De polder Groot Mijdrecht is een van de diepste polders van Nederland en ligt op 5,9 m onder NAP. De diepe ligging en de samenstelling van de bodem en de dijken veroorzaakt in deze polder een enorme kwel. Dit is duidelijk te zien aan de vele smalle sloten die vooral het water bij de dijken opvangen. Opvallend in deze polder is dat vele wegen omzoomd zijn door lange rijen essen of populieren.
             
                                                                                                   
Gebruik
De polders worden voornamelijk gebruikt voor de veeteelt. De Polder Groot Mijdrecht met een gedeeltelijke veenbodem heeft last van een aanzienlijke
inklink
inklink; Het veen dat door ontwatering van het landschap boven het grondwater komt te liggen verteert. Hierdoor zakt het landschap, dit noemt men inklink. De inklink kan meer dan 2 cm per jaar bedragen.
: door het zakken van de bodem neemt de kwel nog verder toe en wordt het agrarisch bedrijf in het oostelijke deel van de polder  steeds moeilijker. Er wordt daarom al jaren gezocht naar andere bestemmingen van de verschillende droogmakerijen. (zie ook: historie droogmakerijen)
Door de oostelijke helft van de polder Groot Mijdrecht Noord een natuurbestemming te geven kan het grondwaterpeil opgezet worden en zal de kwel niet verder toenemen. Het natuurgebied Waverhoek, liggend in het noord-oostelijke deel van de polder is het eerste deel waar de natuurontwikkeling op gang is gekomen.

Verstedelijking.
  Vanaf vijftiger jaren hebben de gemeenten Mijdrecht, Wilnis en Vinkeveen nieuwbouwwijken ontwikkeld in de droogmakerijen. Deze nieuwbouw heeft weinig relatie met het oorspronkelijke landschap. Mijdrecht heeft een bedrijventerrein ontwikkeld in de polder Groot Mijdrecht. Door het toegenomen aantal bewoners en bedrijven in de polders zijn de polderlasten per bewoner sterk afgenomen. Dit heeft vooral de polderlasten voor de agrariërs sterk verlaagd. Later zijn de polderlasten overgenomen door het hoogheemraadschap AGV.
                                                                                                                  De droogmakerijen van de oostelijke Vechtstreek
Aan de oostzijde van de Vecht liggen twee droogmakerijen, de Horstermeer en de Bethunepolder.
De Horstermeer, drooggemaakt in 1882, is een agrarisch gebied met voornamelijk tuinbouw. De meeste bedrijven liggen aan de Middenweg, waardoor dit het karakter krijgt van een lintdorp. Het gebied is erg open en bevat weinig opgaande bomen. Het zuidelijke deel van de polder is na 1950 door de agrariërs verlaten en is een enorm rietveld geworden. Hierin ligt het NERA gebouw, van waaruit de radiocommunicatie met de koloniën plaatsvond. (zie ook: droogmakerijen historisch). Dit deel van de polder is te bereiken via de Radioweg.  Door de diepe ligging stroomt er veel kwelwater uit de omgeving naar de polder. Om het kwelwater op te vangen liggen de paralel lopende sloten dicht bij elkaar, waardoor de percelen smal zijn.
De Bethunepolder, ten oosten van Maarssen, is een oud verveningsgebied dat in 1885 werd drooggemalen. Door de enorme kwel was het niet mogelijk er een rendabel agrarisch bedrijf te handhaven. Het water uit het zeer open gebied wort nu gebruikt voor de productie van drinkwater voor ongeveer 200.000 inwoners va Amsterdam. Het is nog voor een deel in gebruik als agrarisch gebied, voor een deel is het een belangrijk moerasgebied geworden. Door de polder lopen een aantal wegen van waaruit het gebied goed is te zien.
Droogmakerij
geen uitgebreide tekst voor dit onderwerp
  • geen literatuur voor dit onderwerp
kaart
Vecht en oeverwal
Vechtweide
Veenweide
Vervoerslint
Plassen en meren
Droogmakerij
Moerassen
Zandgronden
Waterlinie
verander wachtwoord - log uit
COOKIES
Deze website maakt gebruik van Cookies. - Wilt U Cookies toestaan?