inleiding
meer weten
Vervoerslint
- Vijf transportwegen parallel aan elkaar:
. Vecht
. Weg langs de rivier
. Amsterdam-Rijnkanaal
. Spoorlijn
. A2

Parallel aan de Vecht lopen nog vier andere transportwegen: de weg langs de rivier, het Amsterdam-Rijnkanaal, de spoorlijn en de A2. Tesamen noemen we dit 'het vervoerslint' of 'corridor'. Dit ruim 40 km lange vervoerslint doorsnijdt van noord naar zuid de Vechtstreek.

Het altijd aanwezige geluid, ’s nachts het licht, het brede asfalt van de A2 met 2 x 5 rijstroken, de strakke beteugeling van het water in het Amsterdam-Rijnkanaal (het breedste en drukst bevaarde kanaal van Nederland) en het ijzeren lint van de spoorweg (met 4 sporen) vormen een scherp contrast met de fijnmazige patronen, de menselijke maat, de ruimte en de rust van het veenweidelandschap.

Vecht
De Vecht was tot diep in de 19de eeuw een belangrijke verkeersader. De Romeinen gebruikten de rivier; later de Noormannen voor hun strooptochten. In de Middeleeuwen, tijdens de hoogtijdagen van Dorestad, was de Vecht de handelsroute tussen de Oostzeelanden en het Rijnland: de Keulse Vaart.
In 1626 werd een jaagpad direct langs het water aangelegd om de trekvaart te vergemakkelijken.

Wegen
Ten westen van de Vecht looop de Rijksstraatweg, een geliefd binnendoorweggetje tussen Utrecht en Amsterdam. Hij loopt langs vele buitenplaatsen en door de mooie dorpen langs de Vecht. Tot de aanleg van de A2 in 1954 was het de hoofdweg tussen beie steden. Napoleon bestraatte deze van oorsprong 12de eeuwse kleiweg, waarmee het een van de hoofdwegen werd tussen Amsterdam en Parijs. 

Spoorlijn en Merwedekanaalkanaal
Na de aanleg van de spoorlijn Amsterdam-Utrecht in 1854 bleek dat de trein een groot aandeel kreeg in het vervoeren van goederen en mensen, ten koste van de Vecht. De transportfunctie van de Vecht nam vrijwel geheel af na de aanleg van het Merwedekanaal in 1892. Na een verbreding kreeg dit de naam Amsterdam-Rijnkanaal.
Pas vanaf de jaren '70 was er weer een toename van vaarverkeerover de Vecht, maar nu van recreanten. 

Het kanaal werd gegraven tussen de dorpen en de spoorweg.
De stations werden door de aanleg van het kanaal dus veel moeilijker toegankelijk. Er werden pontjes ingezet om passagiers over te steken en er werden bruggen over het kanaal aangelegd. Bij Nieuwersluis is nog steeds een fietspontje in de vaart.
De stations Vreeland en Loenen-Nieuwersluis werden in 1953 gesloten. Maarssen en Breukelen hebben nog wel een eigen station.

A2
In 1954 werd de eerste rijbaan van de A2 geopend. Al snel bleek deze snelweg zo druk te worden, dat verbreding noodzakelijk was. In 2011 heeft de laatste verbreding plaatsgevonden. De A2 is nu 10 rijstroken breed en files zijn vrijwel verleden tijd. Via de afslagen Maarssen, Breukelen of Hilversum bereikt men de Vecht. 


 




 

Vervoerslint

Het vervoerslint is de verzamelnaam voor de vijf transportwegen die parallel aan elkaar lopen en van zuid naar noord de Vechtstreek doorsnijden.

De Vecht
De Vecht begint in Utrecht, bij de Weerdsluis,en eindigt bij de zeesluizen in Muiden. Het is eeuwenlang een belangrijke transportader geweest, omdat de Vecht een zijtak van de Rijn was en noordwaarts stroomt, in tegenstelling tot de meeste rivieren die richting de Noordzee, naar het westen, stromen. Tot diep in de 19de eeuw was de Vecht dan ook de belangrijkste verkeersader tussen Duitsland en Noord Europa.
De Romeinen gebruikten de rivier om boven de noordgrens van het Romeinse Rijk op onderzoek uit te gaan; In de 8ste en 9de eeuw namen de Noormannen de Vecht voor hun strooptochten. In de Middeleeuwen, tijdens de hoogtijdagen van Dorestad, was de Vecht de handelsroute tussen de Oostzeelanden en het Rijnland: de Keulse Vaart. In de 17de en 18de eeuw vond de trekvaart over de rivier plaats, waarmee buitenplaatseigenaren van de stad naar hun buiten werden gebracht en waarmee vers voedsel van het platteland richting de stad werd gebracht. Deze transportfuncie had de Vecht tot de opening van het Merwedekanaal in 1892. Nu bevolkt recreatievaart de rivier. 

De weg langs de Vecht en de jaagpaden
Wanneer rond 1600 de trekvaart tussen Amsterdam en Utrecht op gang komt, ontstaan jaagpaden goeddeels langs de oostoever van de rivier; op de westoever ontstaat in dew 12de eeuw de klei- of wagenweg. Deze weg maakte vanaf de middeleeuwen deel uit van een heel stelsel van rijwegen voor interlokaal verkeer. Ter hoogte van Loenen boog (en buigt) de weg af van de Vecht richting Loenersloot en liep verder langs de Angstel naar Amsterdam. Dit was dus de doorgaande weg naar Amsterdam, voordat er sprake was van een A2 of N201. Het internationale belang van de weg bleek door de aanwijzing ervan als onderdeel van het Europese postroutenetwerk in 1810. Keizer Napoleon liet de weg in 1812 verbreden, verhogen, rechttrekken en bestraten. De Herenweg zou de Route Impériale No. 2 worden, de hoofdweg tussen Parijs en Amsterdam; één van de Keizerlijke wegen der 1e Klasse die Parijs met alle uiteinden van het keizerrijk verbond. Daarom werd de weg ook wel de ‘Napoleonsweg’ genoemd. De weg werd bestraat en door het Rijk in onderhoud genomen. Vandaar de naam: Rijks-straat-weg.

De Spoorlijn
De spoorlijn werd als tweede lijn in Nederland geopend in 1843, vier jaar na de opening van de eerste spoorlijn Amsterdam-Haarlem. In 1845 werd Arnhem bereikt en pas in 1856 werd de lijn doorgetrokken naar Emmerich (D). Met deze aansluiting op het Duitse spoorwegennetwerk werd de spoorlijn een grote concurrentie voor de Keulse Vaart en de Rotterdams-Duitse riviervaart. De Nederlandsche Rhijnspoorweg Maatschappij exploiteerde de lijn, die tussen Amsterdam en Utrecht vijf stations telde: Abcoude, Vreeland, Loenen-Nieuwersluis , Breukelen en Maarssen. De stations Vreeland en Loenen-Nieuwersluis zijn in 1953 opgeheven en gesloopt. De straatnamen Spoorlaan (Vreeland) en Stationsstraat (Nieuwersluis) herinneren nog aan de stations. 

Het Amsterdam-Rijnkanaal
Rond 1870 voeren ruim 10.000 schepen over de Vecht tussen Maarssen en Utrecht. Er werden aanvankelijk plannen gesmeed delen van de Vecht te kanaliseren. Door succesvol verzet veranderden deze plannen in de aanleg van een nieuw kanaal ten westen van de Vecht. In 1892 werd het Merwedekanaal geopend, dat na de verbreding tot Amsterdam-Rijnkanaal (met jaarlijks 87.000 schepen) ook fungeert als boezemwater. 

De A2
Maar liefst 10 banen breed is de A2 tussen Utrecht en Amsterdam. Deze weg loopt grotendeels parallel aan de Vecht, zo’n 3-5 kilometer westwaarts. De noodzaak van een snellere verbinding dan die over het water of over de Straatweg was begin 20ste eeuw al aan de orde. Een reconstructie van de bestaande Straatweg Utrecht-Amsterdam was niet mogelijk, onder andere doordat deze dwars door dorpen en langs buitenplaatsen liep. Concrete plannen voor de aanleg voor een geheel nieuwe weg werden belemmerd door de toekomstplannen voor het verbreden van de Merwedekanaal. De verbreding en verlenging van het kanaal zouden in 1931 doorgang vinden, waarna de naam veranderde in Amsterdam-Rijnkanaal. Nu lag de weg letterlijk open om een nieuw tracé te ontwikkelen voor een snellere verbindingsweg tussen Amsterdam via Utrecht naar Zuid Nederland. Het Ministerie van Defensie had veel inspraak hierbij. De verkeersinfrastructuur mocht namelijk niet de defensieve waarde van de Waterlinie en andere militaire werken aantasten. Uiteindelijk werd het definitief tracé voor de nieuw aan te leggen Rijksweg A2 in 1938 vastgesteld. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en de lege regeringsschatkist in de periode direct na de oorlog stelden de aanleg uit tot begin jaren ‘50.

De aanleg bleek een complexe zaak vanwege de onstabiele ondergrond die het zompige veenlandschap waarover de weg zou lopen, vormde. Om de ondergrond te verstevigen werd de hele veenlaag van het tracé afgegraven tot aan de Pleistocene zandgrond. Het gat dat zo ontstond –een cunet geheten- vulde zich met grondwater en vormde zodoende een kanaal. Dit werd opgevuld met zand dat voor een groot deel uit de Vinkeveense plassen kwam. Dit zand werd met schepen ingevaren die op de terugweg het uitgegraven veen meevoerden naar de plassen, waar het werd gedumpt om later weer door de plaatselijke ontveners te kunnen worden opgebaggerd. Het overige zand kwam uit het Noordzeekanaal en uit een zandput in het Waterschap De Lage Weide. In 1952 werd één 2-baans rijstrook van de A2 tussen Amsterdam en Utrecht opgeleverd. Het tweede volgde in 1954. Het verkeer en daarmee de filevorming nam dusdanig toe, dat de regering eind jaren ‘90 besloot de weg tot een 10-baans snelweg te verbreden. Deze werkzaamheden zijn medio 2012 geheel afgerond.
  • geen literatuur voor dit onderwerp
kaart
Vecht en oeverwal
Vechtweide
Veenweide
Vervoerslint
Plassen en meren
Droogmakerij
Moerassen
Zandgronden
Waterlinie
verander wachtwoord - log uit
COOKIES
Deze website maakt gebruik van Cookies. - Wilt U Cookies toestaan?